Een vlucht regenwulpen
Maarten 't Hart
Bioloog blijft verlangen naar zijn jeugdliefde. Roman in de serie Kopstukken.
Maarten ’t Hart (1944, Maassluis) studeerde biologie aan de universiteit van Leiden en werd er ook docent. Hij debuteerde als schrijver in 1971 met ‘Stenen voor een Ransuil’. In 1975 kreeg hij voor ‘Het vrome volk’ de Multatuliprijs, zijn eerste belangrijke literaire onderscheiding.
Met ‘Een vlucht regenwulpen’ brak hij in 1978 voor het eerst door bij een groot publiek. In de autobiografisch geïnspireerde roman rekent de schrijver af met het strenge gereformeerde milieu waarin hij opgroeide. Het hoofdpersonage is Maarten, zoon van een tuinder, die dankzij een academische bliksemcarrière als bioloog aan zijn achtergrond ontsnapt. Van het boek zijn intussen meer dan een miljoen exemplaren verkocht. De verfilming uit 1981 geldt net als het boek als een klassieker.
Het leven in een streng gelovige familie is een belangrijk thema in ’t Harts oeuvre. In 1984 verscheen zijn autobiografie ‘Het roer kan nog zes maal om’. Niet alleen zijn romans en verhalen bereiken een groot publiek, ook zijn essays doen soms heel wat stof opwaaien, zoals ‘De vrouw bestaat niet’ (1981) tegen het feminisme. Met ‘Het woeden der hele wereld’, een moordverhaal uit 1994 kreeg hij de Gouden Strop voor het spannendste boek.
Bron: Wegener Dagbladen
www.15kopstukken.nl